Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En deze landpale zal opgaan tot Beth-hogla, en zal doorgaan van het noorden naar Beth-araba; en deze landpale zal opgaan tot den steen van [7]Bohan, den zoon van Ruben. 7. De stam van Juda had geen land aan die zijde der Jordaan. Het schijnt dat die plaats den naam van Bohan, een Rubeniet, gekregen heeft, vanwege enige gedenkwaardige zaak aldaar bedreven door hem, of hem aangaande.